Nedersaksische geschiedenis.
Het Nedersaksisch is een Taal - 1000 jaar ouder dan wat wij nu het "Nederlands" noemen. Eens was het een Rijkstaal (= een door het RIJK erkende taal), maar na het uiteen vallen van het machtige "Heilig Roomse Rijk" van Karel de Grote. (768 – 814) verdween ook de status van Rijkstaal en ontstonden er diverse varianten/streektalen. In Oost Nederland, waar in die tijd letterlijk de verbindingen en figuurlijk de sociale binding tussen de verschillende streken slecht waren, ontstonden varianten/ streektalen. Een normaal verschijnsel, want een taal leeft. Het verschil in taalgebruik tussen de verschillende gewesten: Groningen, Twente, Weststellingwerf, Salland, Veluwe en Achterhoek werd groter. In de provincie Drenthe zijn nu nog vier varianten "hoorbaar" voor het woord water. (Net als op de Noord Veluwe in Epe, Heerde en Oldebroek.) Ook het Platduits (Nederduits) is een variant van het Nedersaksisch. In ons land spreken nog meer dan 1,8 miljoen mensen het Nedersaksisch en in Duitsland 10 miljoen. Zelfs in Denemarken, Polen en Zuid-Zweden wordt het nog gesproken en verstaan.
Dialektkringe SOV wil het Nedersaksisch behouden omdat het een TAAL is en als zodanig door ons Parlement en het Europese Hof is erkend (als minderheidstaal en niet als Rijkstaal’). Het Nedersaksisch is niet minderwaardig, boers of plat en verdient waardering als Cultureel Erfgoed. Dat is wat Dialektrkinge SOV wil promoten. Kinderen worden anno 2015 op school verplicht Engels te leren. Dat is geen probleem, maar waarom dan thuis de streektaal verbieden? Wetenschappelijk onderzoek heeft bewezen, dat tweetalig opvoeden zelfs taalverrijking is.
Wettelijk is het toegestaan, dat op school het Nedersaksisch als voertaal wordt gebruikt. Geen enkele leerkracht kan zeggen: ”Jij mag tijdens de lessen niet "plat" praten”.
In de Wet op het Primair Onderwijs staat in art. 9 lid 10: “Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese taal of de streektaal mede als voertaal bij het onderwijs worden gebruikt.”